Verklarende woordenlijst
Bij de diagnose en behandeling van eierstokkanker warden veel vaktermen gebruikt. Daarom hebben we een alfabetische lijst voor u samengesteld met de belangrijkste woorden en afkortingen waar u mee te maken kunt krijgen. Zo kunt u gemakkelijk de betekenis opzoeken wanneer u termen tegenkomt die u nag niet kent.
Anesthesist
Dit is een behandeling die de aanmaak van nieuwe bloedvaten in de tumor bemoeilijkt.
Ascites
Vocht in de buikholte.
Ascitespunctie
Het laten weglopen van vocht uit de buikholte
Avastin
Een andere naam voor bevacizumab, een angiogenese remmer.
Beenmergdepressie
Tijdelijk tekort aan bloedcellen als bijwerking van chemotherapie.
Biopsie
Tijdens een biopsie wordt een stukje weefsel (biopt) afgenomen van een patient, om het in het laboratorium te kunnen onderzoeken.
BRCAI- en
eder mens heeft BRCA genen. BRCA staat voor BReast
BRCA2-gen
CAncer. Als er een foutje in dat gen zit, oak wel genmutatie
genoemd, ontstaat er een verhoogd risico op het ontwikkelen van borst- en eierstokkanker. Elk kind van een ouder met een BRCA genmutatie, heeft vijftig procent kans om dit te erven. Oat geldt oak voor jongens.
CT-scan
Bij een CT-scan (ComputerTomografie) wordt er een serie rontgenfoto’s gemaakt. Elke opname is een dwarsdoorsnede van het lichaam. De patient ligt op een beweegbare tafel. Deze schuift elke keer een klein stukje verder onder de scanner. Dit gebeurt net zo lang totdat het
hele te onderzoeken lichaamsdeel in beeld is gebracht. De computer voegt later de plaatjes samen tot een geheel. Van de CT-scan voelt u niets.
Curatief
Een curatieve behandeling heeft als doel de kanker te genezen. Het tegenovergestelde van curatief is palliatief.
Debulking
Operatie waarbij een gespecialiseerde chirurg de eierstokken, baarmoeder en zoveel mogelijk tumorweefsel uit de buik verwijdert.
Diagnose
Het vaststellen van de precieze ziekte van de patient: is het longkanker, welk type en met welke eigenschappen?
Diagnostiek
De onderzoeken die warden gedaan om de diagnose te kunnen stellen.
DNA-mutatie
Een foutje in de opbouw van het DNA Tumoren maken hier soms handig gebruik van.
Doelgerichte
therapie
Behandeling die bij bepaalde DNA-mutaties gericht de trucjes van de tumor tegenwerkt.
EBUS
‘Endo Bronchial Ultra Sound’. Dit is een onderzoek naar de lymfeknopen die langs de luchtpijp zitten. Dit gebeurt d.m.v. een bronchoscopie.
Endometriose
Aanwezigheid van baarmoederslijmvlies buiten de baarmoederholte.
Enzym
Een eiwit in het lichaam dat zorgt voor bepaalde reacties in of buiten de cellen.
Extraovarieel
ovariumcarcinoom FIGO
Eierstokkanker die buiten de eierstokken is ontstaan Internationale Federatie van Gynaecologie en Geboortezorg.
Gemetastaseer
De tumorcellen hebben zich oak buiten de longen door het lichaam verspreid. Dit is stadium 4 van de ziekte.
Gen
Een afgebakend stuk DNA op een chromosoom, waarin erfelijke eigenschappen zijn opgeslagen zoals bijvoorbeeld de bloedgroep of de kleur van de ogen.
Genmutatiedrager
emand die een genetische verandering, een mutatie, heeft in het erfelijk materiaal.
HIPEC
Eenmalige toediening van verwarmde chemotherapie tijdens de operatie.
Hoofdhuidkoeling
Bij hoofdhuidkoeling krijgt u een koude kap op het hoofd, voor, tijdens en na het chemotherapie-infuu. sZo worden de cellen die haar produceren beschermd tegen de chemotherapie. Hierdoor is de kans op haaruitval kleiner.
Immunotherapie
Behandeling die het immuunsysteem helpt om de tumorcellen te herkennen en te vernietigen. Dit is nog niet beschikbaar voor eierstokkanker.
Intervaldebulking
Eerst neo-adjuvante chemotherapi,edan debulkin,gen dan adjuvante chemotherapie. Deze volgorde van behandelen wordt ook wel ‘sandwichtherapie’ genoemd.
Kiembaanmutatie
Een erfelijke DNA-mutatie die vanaf de geboorte aanwezig is. Deze mutatie kan worden gevonden door het bloed te onderzoeken.
Klinisch genetici
Artsen die a.d.h.v. familiesamenstelling kijken of erfelijkheidsonderzoek zinvol is.
Laparoscopie
Kijkoperatie in de buik.
Laparotomie
Buikoperatie
Liquid biopsy
Een ‘vloeibaar biopt,’ oftewel een buisje bloed dat wordt afgenomen voor een CT-DNA onderzoek.
Lymfeknopen
Een soort sluizen op belangrijke knooppunten in het immuunsysteem. In zo’n sluis zitten heel veel ‘soldaatjes van het immuunsysteem’ (lymfocyten) bij elkaar, die al het doorstromende vocht onderzoeke.nZieke cellen worden niet doorgelaten; gezonde wel. Een tumorcel kan deze sluizen niet zomaar passeren.
Lymfevaten
Dunne vaatjes door het hele lichaam die samen het ‘wegenstelsel’ van het immuunsysteem vormen. Hierdoor stroomt een vloeistof: het lymfevocht. Hierin zitten de ‘soldaatjes’ (lymfocyten). Soms gebruiken kankercellen de lymfevaten om zich verder door het lichaam te verspreiden.
Lymfocyten
De afweercellen, oftewel ‘soldaatjes’van het immuunsysteem. Ze stromen door het lichaam en herkennen foute cellen, die ze vervolgens opruimen. Tumorcellen hebben trucjes om niet herkend te worden door de lymfocyten.
Lynch-syndroom
Een erfelijk verhoogde kans op een cluster van vooral maag-darmtumoren en gynaecologische tumoren. Ook wel Hereditair Non-polyposis Colorectal Cancer (HNPCC) genoemd.
Metastasen
Uitzaaiingen van tumorcellen via het bloed of de lymfevaten naar andere delen van het lichaam.
MDO
‘Multi Disciplinair Overleg’. Dit is de vergadering waarin de medisch specialisten en onderzoekers de patienten bespreken en samen beslissingen nemen over de behandeling.
Multidisciplinair team
Een behandelteam van artsen en onderzoekers met verschillende specialisme.n
Mutatie
Een verandering in een gen.
Neuropathie
Schade aan kleine zenuwen, bijvoorbeeld in de
vingertoppen, als bijwerking van chemotherapi.eDit kan zich uiten in bijv. gevoelloosheid of tintelingen.
Omentum
Het buiknet: een beschermende vetlaag rondom de buikholtes (in medische termen ook wel ‘de vetschort’ genoemd).
Oncologie
Het onderdeel van de geneeskunde dat zich bezig houdt met kanker. Het komt uit het Grieks en betekent ‘wetenschap van tumoren’ .
Ovarium
Eierstok.
Ovariumcarcinoom
Eierstokkanker
Palliatief
Eierstokkanker
PARP
Poly ADP-Ribose Polymerase: een enzym dat breuken in het DNA repareert. Tumorcellen gebruiken dit enzym wanneer ze zich weer proberen te herstellen na chemotherapie.
PARP-remmer
Een medicijn dat het PARP-enzym remt, en op die manier het herstel van de tumorcellen hindert.
Patholoog
De medisch specialist die bloed of weefsel onderzoekt in het laboratorium.
Peritoneum
Het buikvlies.
PET-scan
Een PET-scan is een vorm van nucleair geneeskundig onderzoek. Hierbij wordt de tumor in beeld gebracht met behulp van radioactieve stof en een speciale gammacamera. Voorafgaand aan het onderzoek wordt een beetje van de radioactieve stof toegediend, die door de kankercellen wordt opgenomen. Daarna wordt een scan gemaakt met de gammacamera. Hierop is de straling te zien die de tumor en eventuele uitzaaiingen uitzenden. Dit wordt vaak gecombineerd met een CT-scan, zodat de plaats van de tumor precies bepaald kan worden.
Primair peritoneaal carcinoom
Kanker van het buikvlies.
Progressie
Wanneer er progressie optreedt, is de kanker aan het groeien en/of verspreidt het zich verder door het lichaam.
Punctie
Met een naald worden wat cellen uit het lichaam gehaald voor onderzoek in het lab.
Radioloog
De medisch specialist die gespecialiseerd is in het maken en lezen van scans, (rontgen-) foto’s en echo’s. De radioloog heeft een belangrijke rol bij het stellen van de diagnose.
Radiotherapeut
De medisch specialist die bestralingsbehandelingen (radiotherapie) geeft.
Radiotherapie
Radiotherapi,eook wel bestraling genoemd, is een behandeling tegen kanker waarbij tumorcellen worden gedood met sterke radioactieve stralen. Meestal bestaat de behandeling uit een serie bestralingen die met tussenpozen worden gegeven. Het lichaam kan dan tussendoor herstellen. Bestraling is belastend voor het lichaam. Hoe belastend, hangt af van de stralingsdosis en hoe vaak de behandeling wordt herhaald.
Recidief
Recidief is de terugkomst van de kanker, nadat deze een tijd lang verdwenen leek (in remissie was).
Remissie
Soms kan de kanker een tijd lang worden teruggedrongen met medicjinen. De ziekte is dan ‘in remissie’. Wanneer de ziekte op een gegeven moment weer terug komt, noemen we dit ‘recidief’.
Resistent
De kanker reageert niet op de behandeling.
Respons
De kanker reageert op de behandeling.
Schildwachtklier
De eerste lymfeknoop vanaf de tumor gezien. Wanneer de tumorcellen zich in het lichaam proberen te verspreiden via de lymfevaten, is dit een belangrijke hindernis. Wanneer het de tumorcellen lukt om hier langs te komen, kan de kanker zich via de lymfevaten uitzaaien.
Somatische mutatie
Een DNA-mutatie die in de tumorcellen is ontstaan, maar niet in het bloed aanwezig is. Een somatische mutatie is er niet al vanaf de geboorte, en is dus niet erfelijk.
Stadieringsoperatie
Operatie bij een laag stadium eierstokkanker, waarbij de tumor wordt verwijderd en de buik nauwkeurig wordt onderzocht om zeker te weten of de ziekte nog in een laag stadium is. Dit bepaalt immers of er vervolgens wel of geen chemotherapie nodig is.
Stadium
De mate waarin de kanker zich in het lichaam heeft uitgebreid. Eierstokkanker wordt in vier stadia ingedeeld.
Radiotherapeut
De medisch specialist die bestralingsbehandelingen (radiotherapie) geeft.
Tuba
Eileider
Tubacarcinoom
Kanker in de eileider.
Tumor
Een wildgroei van kwaadaardige kankercellen.
Uterus
Baarmoeder